Tot op mijn knieën is de wereld hier aan mijn voeten verspreid,
Gewied van alle onwil en onzin
Neig ik, kijk ik, zwijg ik me rijker dan verwend
Verblik door nevelen vol zinnige vragen vol overgave
Al zal het me de wonden pekelen als nooit tevoor, te weten, nooit te vergeten
Zal het kwijnen verdoezelen in een diepe kuil van wedergeboortes
Al velt het mij, splijt het mij, ontdoet het mij van al mijn wortels
Mijn bed van het onkruid ontleed, vlak ik al het onoverkomelijke weg